de bon ton zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bɔ'̃tɔ̃ ] wat in de mode is Voorbeelden: 'Agressieve interviewvragen zijn bon ton onder sommige journalisten.' , 'Het was in de negentiende eeuw bon ton om lange tijd in kuuroorden te verblijven.' Gevonden op https://woorden.org/woord/bon ton